Project

Praktijkproject Welzijnsmonitor melkvee

Overheid en bedrijfsleven vinden het belangrijk dat het welzijn op melkveebedrijven objectief gemeten kan worden en dat de daarvoor te hanteren methode (internationaal) erkend wordt.

Het internationale onderzoeksproject Welfare QualityÒ heeft een vernieuwende systematiek ontwikkeld om het welzijn van het dier op het primaire bedrijf te meten op basis van diergerichte indicatoren. Met dit inzicht kan een ondernemer die geïnteresseerd is in het welzijn van zijn dieren daarop sturen. Ook ketenpartijen kunnen gebruik maken van het inzicht in het niveau van dierwelzijn. In het ‘Praktijkproject Welzijnsmonitor melkvee’ wordt samengewerkt met vier dierenartsenpraktijken en 60 melkveehouders. Het project heeft een looptijd van drie jaar.

Toetsing methoden

Op initiatief van de zuivel en melkveehouderij zijn reeds andere methoden ontwikkeld om het welzijn in de Nederlandse melkveehouderij te bepalen: KoeKompas, Welzijnswijzer en Continue Welzijnsmonitor (een systeem dat gebruik maakt van data die al in de sector verzameld worden). De methode van Welfare QualityÒ is internationaal breed erkend als standaard en geaccepteerd maar kost erg veel tijd. Daarom worden de in gebruik zijnde methoden getoetst aan de internationale standaard. 

Fase 1

In het project worden in fase 1 de vier beschikbare methoden door toetsing vergeleken en wordt het diergericht meten van welzijn in de praktijk beproefd. De verwachting is dat door efficiënt gebruik te maken van de verschillende beschikbare methoden het mogelijk is, het welzijn van melkvee op een betrouwbare en relatief eenvoudige wijze te meten. Het is belangrijk dat die aansluit bij de resultaten van Welfare QualityÒ. 

Fase 2

In fase 2 wordt met de welzijnsmonitor uit fase 1 gemeten en op basis van de uitkomsten gerichte adviezen aan de melkveehouders gegeven om daarmee het niveau van dierenwelzijn op de bedrijven te verbeteren. Daarmee ligt er een basis voor een bredere toepassing in de zuivelketen.

Nieuws

Producten