Nieuws

Stikstofbodemoverschot fors lager in 2019

Gepubliceerd op
4 juni 2020

Het stikstofbodemoverschot op de Koeien & Kansen-bedrijven ligt in 2019 gemiddeld op 118 kg N per hectare. Dit is ruim 50 kg N per hectare lager dan in 2018. Ondanks een lagere stikstof-input is de productie van stikstof uit gras en maïs in 2019 fors toegenomen ten opzichte van het jaar ervoor.

De Koeien & Kansen-ondernemers realiseerden een gemiddeld stikstofbodemoverschot van 118 kg N per hectare. Dit bodemoverschot was in 2019 fors lager dan de jaren ervoor. Uit figuur 1 blijkt dat het het stikstofbodemoverschot in 2017 en 2018, respectievelijk op ongeveer 150 en ruim 170 kg N per hectare lag.

Bedrijf 9 kent met -11 kg N per hectare het laagste overschot van stikstof in de bodem. Deze ondernemer deed dit met een lage input van meststoffen (zie figuur 2) en een hoge output van stikstof uit gewonnen (ruw)voer (zie figuur 3). Ook de bedrijven 1 en het biologische bedrijf 11 hadden met minder dan 40 kg N per hectare een laag stikstofbodemoverschot.

In 2019 had bedrijf 5 met ruim 340 kg N per hectare het hoogste stikstofbodemoverschot. Dit bedrijf op veengrond had net als bedrijf 3 een hoge mineralisatie van stikstof uit de bodem, wat blijkt uit figuur 2. Zonder deze mineralisatie behaalt bedrijf 2 een stikstofbodemoverschot van 107 kg N per hectare, wat in de buurt van het Koeien & Kansen-gemiddelde ligt. Met aftrek van mineralisatie hebben bijna alle Koeien & Kansen-bedrijven een stikstofbodemoverschot dat lager is dan 150 kg per hectare. Alleen de bedrijven 2 en 8 zitten hier ongeveer 15 tot 20 kg N per hectare boven.

Grote verschillen met 2018

Op veel Koeien & Kansen-bedrijven in 2019 is het stikstofbodemoverschot fors lager dan in 2018. Meerdere malen tot 100 kg N per hectare lager dan in 2018. Drie bedrijven springen er echter uit met een daling van het stikstofbodemoverschot van meer dan 100 kg N per hectare. Op bedrijf 1 daalt het stikstofbodemoverschot met bijna 130 kg N per hectare. Dit is voor het grootste deel te verklaren door een ruim 6000 kg ds per hectare hogere grasopbrengst.

Ook op bedrijf 9 steeg de grasopbrengst met meer dan 6000 kg droge stof per hectare, ondanks een fors lagere stikstofgift uit drijfmest. Per hectare ruim was de giftt ruim 80 kg N lager. De stijging van de grasopbrengst was op dit bedrijf onder andere te danken aan de introductie van gras als nateelt van akkerbouwgewassen en minder droogteschade dan in 2018. Door minder last van droogte produceerde bedrijf 9 in 2019 ook ruim 4000 kilogram droge stof mais per hectare meer dan in 2018. Bedrijf 9 (zonder derogatie) realiseerde in 2019 een daling van het stikstofbodemoverschot met ruim 170 kg N per hectare ten opzichte van 2018.

Op bedrijf 16 daalde het stikstofbodemoverschot in 2019 met meer dan 200 kg N per hectare ten opzichte van 2018. Dit bedrijf strooide ruim 35 kg N per hectare minder kunstmest in 2019 en haalde 140 kg N per hectare meer uit vers gras en graskuil van het land dan in 2018. Ook steeg de maïsopbrengst met meer dan 9000 kg droge stof per hectare opzichte van het extreem droge jaar 2018.

Input stikstof in bodem

Figuur 2 laat zien dat er op een gemiddeld Koeien & Kansen-bedrijf ongeveer 400 kg N per hectare input van stikstof was in 2019. De helft van deze stikstof komt uit drijfmest (exclusief weidemest) en bijna 110 kg N per hectare komt uit kunstmest. Weidemest, depositie en mineralisatie dragen ieder grofweg 30 kg N per hectare bij aan de gemiddelde input. Omdat sommige bedrijven aan de BES-pilot meedoen komt het soms voor dat de stikstofgift per hectare uit drijfmest en weidemest boven de derogatienorm uitkomt.

Op de veenbedrijven 3 en 5 draagt mineralisatie in 2019 ongeveer 200 kg N per hectare of meer bij aan de input van stikstof. Vlinderbloemigen droegen gemiddeld in 2019 nauwelijks bij aan de stikstofinput op de Koeien & Kansen-bedrijven. Alleen de bedrijven 6 en 13 realiseren een input van ongeveer 20 kg N per hectare. Op de meeste andere bedrijven ligt de bijdrage van vlinderbloemigen onder de 10 kg N per hectare.

In 2019 was de totale input van stikstof per hectare op de Koeien & Kansen-bedrijven ongeveer 20 kg N per hectare lager dan in 2018. Dit kwam vooral door wat minder toedienen van stikstof uit drijfmest.

Biologisch bedrijf 11 heeft de laagste stikstofinput van minder dan 200 kg N per hectare. Vanzelfsprekend is er geen aanvoer van stikstof uit kunstmest op dit bedrijf en ook wordt er per hectare minder stikstof uit drijfmest toegediend dan op de andere Koeien & Kansen-bedrijven.

Los van mineralisatie op de veenbedrijven 3 en 5, heeft bedrijf 4 de hoogste input van stikstof per hectare van meer dan 500 kg N per hectare. De hoge aanvoer van stikstof uit kunstmest van bijna 180 kg N per hectare valt hierbij op. Naast de hoge aanvoer van kunstmest dient dit bedrijf ook veel weidemest toe: net als bedrijf 7 bijna 60 kg N per hectare.

Oogst van stikstof met gewas

Figuur 3 laat zien dat de Koeien & Kansen-bedrijven in 2019 gemiddeld ruim 285 kg N per hectare geoogst hebben. Ruim 190 kg N perhectare komt van graskuil, ruim 60 kg N per hectare van weidegras en 25 kg N per hectare komt van maïskuil. In 2018 lag de gemiddelde oogst iets boven de 250 kg N per hectare. Door ongeveer 30 kg N per hectare meer uit grasland te halen is de totale oogst van stikstof op de Koeien & Kansen-bedrijven met meer dan 10% gestegen ten opzichte van 2018. Dit droeg in belangrijke mate bij aan het lagere stikstofbodemoverschot.

Bedrijf 4, eenBES-bedrijf met de hoogste input zonder mineralisatie, realiseert met ruim 440 kg N per hectare een hoge stikstofoogst met het gewas. Dit bedrijf teelde in 2019 alleen maar gras zodat de oogst alleen maar bestond uit graskuil (bijna 360 kg N/ha) en vers gras (85 kg N/ha). Ook bedrijf 1 haalde met bijna 450 kg N/ha veel stikstof uit de bodem weg door gewasoogst. Dit bedrijf past geen weidegang toe en heeft daarom alleen maar oogst via graskuil (ruim 400 kg N/ha van grasland en voorteelt maïs) en maïskuil (ongeveer 45 kg N/ha). Biologisch bedrijf 11 had in 2019 met 155 kg N/ha de laagste oogst van stikstof.

Bedrijf 9 met het laagste stikstofbodemoverschot haalde naast graskuil, vers gras en maïs ook nog bijna 55 kg N per hectare uit akkerbouwproducten van het land. Dit bedrijf teelt naast gras en maïs ook aardappelen, peulvruchten en bieten, onder andere voor veevoer en vervanging van krachtvoer. Het bedrijf had geen derogatie in 2019.

Invloed droogte

Uit deze cijfers blijkt dat het stikstofbodemoverschot tussen jaren behoorlijk kan variëren. De weersomstandigheden spelen daarin een belangrijke rol. Immers in het extreem droge jaar 2018 is er relatief weinig stikstof via graskuil gewonnen. Dit heeft geleid tot een hoger stikstofbodemoverschot. In 2019 hadden sommige bedrijven ook nog last van droogte, maar er is, ondanks een lagere stikstof-input, gemiddeld toch meer gras en maïs gewonnen dan het jaar ervoor. Dit zorgde voor een forse verlaging van het gemiddelde stikstofbodemoverschot in 2019 op de Koeien & Kansen-bedrijven.