Nieuws

Bodemverdichting op maïsland: beter voorkomen dan herstellen

Gepubliceerd op
15 april 2019

Bodemverdichting van de ondergrond is een onderschat probleem in de landbouw, ook op maïsland. Een eenmaal ontstane verdichting is moeilijk op te heffen en kost naar schatting 10-20% opbrengst. Probeer daarom verdichting te voorkomen.

Ontstaan verdichting

Verdichting is het gevolg van het berijden van de bodem met een te zware last in verhouding tot de draagkracht van de bodem, bijvoorbeeld bij het uitrijden van mest of het oogsten. Met name onder natte omstandigheden is de draagkracht vaak onvoldoende. Ook ploegen in de voor geeft een groot risico op het verdichten van de ondergrond.

Gevolgen van verdichting

Verdichting leidt tot slechtere ontwatering en snellere plasvorming, waardoor de verdichting verder kan verergeren en gemakkelijker gewasschade kan ontstaan. Verder beperkt de verdichting de groei van de wortels, waardoor het gewas minder water en nutriënten kan opnemen. Dit kost 10-20% gewasopbrengst. Ook kunnen de wortels minder diep groeien, waardoor het gewas gevoeliger is voor droogte. Tot slot verslechtert verdichting de bewerkbaarheid van de grond, waardoor er een minder goed zaaibed ontstaat.

Voorkomen verdichting is belangrijk

Verdichting in de ondergrond is moeilijk op te heffen. Het openbreken van de verdichte laag door een diepe grondbewerking heeft slechts tijdelijk effect. De losgemaakte grond herverdicht gemakkelijk en na één of enkele jaren is de verdichting opnieuw een probleem. Daarom is voorkomen van verdichting belangrijk.

Verdichting tegengaan

Bodemverdichting is tegen te gaan door de bodemdruk te verminderen en/of bodembelasting onder ongunstige omstandigheden te voorkomen. Adviezen om bodemverdichting te voorkomen zijn:

  • De juiste bandenkeuze, bredere banden zijn beter dan smalle.
  • Lage bandendruk (0,4-0,8 bar), eventueel in combinatie met een drukwisselsysteem wanneer ook veel over de weg gereden moet worden.   
  • Mest uitrijden en grondbewerking in het voorjaar pas uitvoeren als de grond droog genoeg is en voldoende draagkracht heeft.
  • Mest uitrijden met sleepslangen in plaats van met een mesttank.
  • Bovenover ploegen (evt. ondiep ploegen) of niet-kerende grondbewerking in plaats van ploegen in de voor.
  • Op tijd oogsten van mais en zo nodig daar ook de rassenkeuze op afstemmen. 
  • Bij oogst van de mais kiepwagens gedeeltelijk vullen, zeker wanneer de draagkracht van het perceel beperkt is.
  • Goed ont- en afwateren van het perceel, goed vlakleggen van het perceel en eventueel aanleggen van drainage. Onderhoud de drainage goed en vernieuw deze wanneer nodig.

Meer informatie

Meer informatie over de nadelige effecten van verdichting en het tegengaan ervan vindt u in het Handboek Bodem en Bemesting. Het Handboek bevat de adviezen over bemesting en bodem voor de akkerbouw en vollegrondsgroententeelt. Deze zijn vastgesteld door de Commissie Bemesting Akkerbouw Vollegrondsgroenten. Relevante informatie voor de maisteelt uit het handboek: