Nieuws

Meer vers gras en lager ureum

Gepubliceerd op
3 november 2021

Afgelopen jaar hebben de deelnemers in het netwerk 'Home Made Eiwit (HME) stappen gezet in de teelt en benutting van eiwit van eigen land. Op veel bedrijven is gewerkt aan het verhogen van de opname van vers gras. Daarnaast was er veel aandacht voor het bijsturen van het rantsoen op basis van het ureumgetal in de tankmelk. De eerste resultaten van de deelnemers uit oost en west Nederland op een rij.

Ureum

Het ureumgehalte in de tankmelk zegt iets over de eiwitbenutting. Dit is een relavant kengetal binnen dit projectt. Een daling van het ureum met gelijkblijvende productie en gehaltes betekent een betere benutting van het eiwit en minder stikstof in de urine. Een stijging betekent logischerwijs een lagere benutting van het eiwit.

 Sturen met eiwit en energie
Sturen met eiwit en energie

Sturen 

Door veranderingen van het ureum in de tankmelk nauwlettend in de gaten te houden kun je bijsturen met de hoeveelheid eiwit en energie in het rantsoen. Iedere deelnemer aan dit project deed dit op zijn eigen manier. Bijvoorbeeld door te beschikken over eiwitrijk en eiwitarm krachtvoer of door te schuiven in het mais/gras aandeel of juist verschillende partijen gras te combineren. Voor de ene ondernemer was dit eenvoudiger te doen, omdat er toch voer aangekocht moest worden, Of door het gebruik van een mengwagen, waardoor selectie wordt voorkomen. Voor andere ondernemers was dit een grotere uitdaging; zeker wanneer ze dit vooral met eigen voer moesten oplossen en bovendien niet gemengd voeren.  

Lager ureumgetal

Door het sturen op ureum en actief aan de slag te gaan met maatregelen die bijdragen aan meer eiwit van eigen land, is het in beide groepen gelukt om het ureum in 2021 te laten dalen ten opzichte van dezelfde periode in 2020. Voor de groep in Oost-Nederland daalde het ureum met 1 punt van 20,2 naar 19,2. In West-Nederland daalde het ureum nog meer van 22,7 naar 21,2. In deze groep lag het niveau wel hoger. Het gemiddelde tankmelk is per maand voor beide groepen weergegeven in figuur 2. De stippellijn stelt het ureum in 2021 voor, hier is te zien dat deze lijn vanaf half februari voor beide groepen onder het niveau van 2020 zit. Dit is in het verdere verloop van het jaar volgehouden, alleen in september komt de lijn van 2021 weer bij die van 2020 in de groep oost.   

Figuur 2: Ureumverloop in 2020 en 2021
Figuur 2: Ureumverloop in 2020 en 2021

Vers gras 

Een andere uitdaging voor de deelnemers was het streven om de dieren meer vers gras te laten opnemen. In de groep in het oosten is dit bij de meesten gelukt door onder andere een groter weideplatform toe te passen. Dit betekent in de prakijk meer weide-uren en door het toepassen van zomerstalvoedering. Dit maakt de daling in ureum een nog grotere prestatie, omdat dit met vers gras lastiger te managen is door de wisselende kwaliteit van vers gras. Het is soms lastig in te schatten maar bij de meesten is het wel gelukt om de koeien 10 tot 20% meer vers gras op te laten nemen.

In de groep in het westen van het land is meer vers gras opnemen wat minder gelukt. Hier werd door veel bedrijven al veel geweid en dat was juist dit jaar met de natte meimaand erg lastig. Daarnaast is er soms voor gekozen om in de zomer en het najaar wat minder te weiden om zo meer eiwit te kunnen inkuilen en de eiwitarme 1e snede naast weidegras te kunnen voeren.

Ureum in tankmelk goed hulpmiddel

Door actief te sturen en anticiperen op het ureum in de tankmelk is het mogelijk om dit getal te verlagen. Dit geldt voor zowel extensieve bedrijven met veel weidegang als intensievere bedrijven met meer aankoop van voedermiddelen. Bewust aan de slag gaan en rekening houden met bemesting en het kiezen van de juiste aanvulling zorgt ervoor dat het eiwit in het eigen voer beter benut wordt en er dus ook minder eiwit aanvoer nodig is. Dat heeft uiteindelijk een positieve uitwerking op het aandeel eiwit van eigen land.