Nieuws

Maak een meerjarige bemestingsstrategie voor kruidenrijk grasland

Gepubliceerd op
7 maart 2025

Productief kruidenrijk grasland is met klavers en kruiden een type grasland dat een hoge opbrengst heeft met een lage stikstofbemesting, een goede voederwaarde en ook droogtetolerant is. Voor deze voordelen moeten de klavers en kruiden zich wel goed vestigen en goed handhaven. Bij hoge stikstofgiften is de levensduur van veel klavers en kruiden beperkt. Richt daarom je bemestingsstrategie van kruidenrijk grasland niet op één snede maar op meerdere jaren.

Beperk stikstofbemesting

Om gebruik te maken van de voordelen van klavers en kruiden over meerdere jaren, moeten deze zich wel in het grasland (kunnen) vestigen en blijven. Dit staat vaak haaks op de hoogste opbrengst op korte termijn. Uitgebreid onderzoek op praktijkpercelen in de Achterhoek liet zien dat een hogere N-gift op korte termijn weliswaar een hogere opbrengst gaf, maar dat in het traject van 0 naar 300 kg N totaal per hectare per jaar, het kruiden- en klaveraandeel in de droge stof met 40% afnam. Bij een N-gift van 70 kg N totaal per hectare per jaar, was de productie van klaver- en kruidenrijk grasland hetzelfde als van regulier grasland met 300 kg N per hectare per jaar. Een dergelijke N-gift sluit aan bij het officiƫle grasklaver bemestingsadvies dat voor een maaiperceel 60-80 kg N per hectare per jaar adviseert (uit organische mest en kunstmest opgeteld). Het bemestingsadvies voor grasklaver van de Commissie Bemesting Grasland & Voedergewassen, adviseert geen stikstofbemesting na de eerste snede (zie paragraaf 2.2.2 Grasland met klaver: Stikstof van het Bemestingsadvies). Kunstmeststikstof is dan sowieso uit den boze. Een lichte drijfmestgift kan, maar dan niet voor de stikstof- maar voor de kalivoorziening op maaipercelen met een lage kalibemestingstoestand.

Kali bemesting

Bij maaibeheer is de afvoer van kali vaak hoger dan de aanvoer met 50 m3 drijfmest. Vooral op zandgronden, met weinig bindingscapaciteit en dus snelle uitspoeling, kan snel een kaliumtekort ontstaan, waardoor de productie tegenvalt. Klavers zijn extra gevoelig voor een kaliumtekort en kunnen plotseling wegvallen, vooral bij droogte. Bij minder dan 25 g K/kg ds in vers gras of graskuil, kan klaver wegvallen. Kijk hiervoor ook naar bodemanalyses en het kaliadvies van gras zonder klaver (zie paragraaf 2.1.4 Grasland zonder klaver: Kalium van het Bemestingsadvies). Als er onvoldoende drijfmest beschikbaar is voor de volledige dekking van de kalivoorziening, bemest dan eventueel met specifieke kalimeststoffen. Probeer deze per snede goed te verdelen omdat er anders luxe consumptie optreedt.

Fosfaatbemesting

Voor fosfaat is het risico van een tekort zeer beperkt: de voorraden in de bodem zijn op de meeste percelen hoog. Bij een gehalte van meer dan 3,5 g P/kg ds in vers gras of graskuil is fosfaat geen enkel probleem voor de klaverproductie. Voor eventuele extra fosfaatbemesting kijk naar bodemanalyses en het fosfaatadvies van gras zonder klaver (zie paragraaf 2.1.3 Grasland zonder klaver: Fosfaat van het Bemestingsadvies).

Zwavelbemesting

Net zoals gras heeft productief kruidenrijk grasland ook behoefte aan zwavelbemesting als de bodemtoestand te laag is. Als normaliter op gras deze zwavelbemesting met een stikstofkunstmest wordt gecombineerd, kan dit op productief kruidenrijk grasland met sulfaat bevattende meststoffen zoals kieseriet of calciumsulfaat (zie paragraaf 2.2.5 Grasland met klaver: Zwavel).