Nieuws

Bedrijfsspecifiek bemesten werkt

Gepubliceerd op
19 mei 2020

Koeien & Kansen-deelnemers Kees en Kees Jan van Wijk kijken tevreden terug op het bemestingsseizoen 2019. Door deelname aan de BES-pilot mochten zij op basis van bedrijfsspecifieke gewasopbrengsten per hectare 289 kilo stikstof uit dierlijke mest gebruiken op het eigen bedrijf, en omgerekend 121 kilogram N uit kunstmest. Dit vraagt om een goede mestverdeling, waarbij ze uitgingen van bemesten naar behoefte. Deze strategie passen ze ook toe in 2020.

In 2019 hanteerden Kees en Kees Jan van Wijk de strategie om de mest zo veel mogelijk voor het groeiseizoen te verstrekken. Op tijd stoppen met drijfmest is dan ook het advies. Zij streven om uiterlijk begin juli de laatste dierlijke mest aan te wenden. Deze strategie zorgt ervoor dat er voor de eerste en tweede snede meer mest beschikbaar is en ze goede opbrengsten kunnen realiseren met een lage kunstmestgift.

Hierdoor is er voor de eerste 2 sneden méér mest beschikbaar en daardoor is een goede opbrengst te realiseren met een lage kunstmestgift. Daar voegen ze altijd water toe aan de drijfmest. ''Hoe meer water erbij hoe beter'', zegt Van Wijk. ''We gaan uit van minimaal 1 op 1 water en mest of nog meer water onder drogere omstandigheden.

Bemesting 2019 Van Wijk
Kuubs drijfmest per ha Kg KAS per ha
1e snede 20 215
2e snede 20 80
3e snede 10-15 85
4e snede 100

Opvallend is dat er hierbij geen onderscheid in gift per hectare tussen percelen plaats vindt. “De percelen hebben allemaal min of meer dezelfde NLV, dus dat voordeel zie ik niet op ons bedrijf'', meent Kees. Hij kan zich wel voorstellen dat bij een groter verschil in NLV dit wel een goede managementmaatregel kan zijn om onderscheid te gaan maken in gift afhankelijk van de NLV van een perceel.

Na de vierde snede is er geen kunstmest meer gestrooid in 2019, maar volledig vertrouwd op de nawerking van de drijfmest. Hoe simpeler het systeem, hoe groter is de kans dat het ook echt uitgevoerd wordt!

Het streven is in het begin van het jaar weinig kunstmest te strooien en relatief wel veel drijfmest, en later in het jaar andersom. ''Dit is ook veel beter om een lagere ammoniakemissie te realiseren'', meent Kees van Wijk. ''Rijdt bovendien nooit mest uit bij 30 graden, weinig wind en droog weer. En zorg voor een mestopslag die voldoende groot is'', adviseert hij.

Mineralenbalans 2019 Van Wijk

In 2019 was het gerealiseerde bedrijfsoverschot 133 kilo N (en -16 kilo fosfaat) per hectare (zie afbeelding), en dit bij een gewasopbrengst van bijna 13 ton droge stof van het grasland en 20 ton van het maisland. 

afbeelding1.png
afbeelding2.png

    Bemestingsstrategie 2020

    Van Wijk heeft voor de eerste in 2020 gekozen voor dezelfde giften als in 2019. De mest is wel wat later, eind mei, op het land gekomen. Helaas was het droog dit voorjaar, waardoor de bemeste percelen met drijfmest en kunstmest pas op 2 mei de eerste regen kregen. Deze droogte in combinatie met de muizenschade zorgde voor een fors lagere gewasopbrengst van de eerste snede. In 2019 was de opbrengst van de eerste snede 4 ton droge stof. Voor dit jaar schat Van Wijk de opbrengst van de eerste snede op slechts 2 ton droge stof.

    Verwachte nawerking mest voor tweede snede

    Deze Koeien & Kansen ondernemers verwachten nog wel wat nawerking van de mest die zij in het voorjaar hebben toegediend. Bij de bemesting voor de 2e snede hebben zij daar in ieder geval rekening mee gehouden. De tweede snede heeft 20 m3 mest en 20m3 water gehad. Dit toegevoegde water zorgt er in ieder geval voor dat het gewas wat vocht krijgt om de begingroei weer mogelijk te maken. Voor de 2e snede is de de aanvullende kunstmestgift achterwege gelaten.

    Behoefte aan regen

    Om de begingroei van de maisplant te stimuleren is er beregend ,met de bemester om er veel water op te krijgen.Vorig jaar hadden ze dat ook gedaan en heeft dat geleid tot een goede maisopbrengst. Maar een echte bui is wel heel erg welkom op dit moment!

    De Van Wijks proberen zo goed mogelijk in te spelen op de weersomstandigheden en hebben de afgelopen twee jaar geleerd: "Bemest goed als het gewas hard groeit en bemest weinig of niet als het niet groeit', aldus Van Wijk.