Nieuws

Zandgrond te nat of te droog?

Gepubliceerd op
29 maart 2024

Veel bedrijven op zandgrond hebben te maken met zowel natte als droge percelen. De BedrijfsWaterWijzer maakt dat inzichtelijk. Maar hoe speel je daar goed op in? Ook Adrian Houbraken’s bedrijf, gelegen in een beekdal, heeft te maken met beide en Adrian handelt ernaar.

Probleem: wat is nat en wat is droog?

De BedrijfsWaterWijzer (BWW) geeft op basis van de bodem en grondwatertrappen aan op welke percelen droogteproblemen en wateroverlast te verwachten zijn. Het is nuttig om, aansluitend op deze bevindingen, een veldbodemkundige analyse uit te laten voeren. Dat geeft extra inzicht en geeft bovendien mogelijke oorzaken van natheid en droogte weer. Dit is belangrijke managementinformatie. Figuur 1 geeft de situatie weer van het bedrijf van Adrian Houbraken in Bergeijk, Noord- Brabant.

Te nat

Bij natte omstandigheden gaat het vooral om de draagkracht. Op natte grond is het soms nodig om de eerste werkzaamheden in het voorjaar uit te stellen. Kijk bijvoorbeeld naar: natte plekken op het land, de werking van drains, slootpeilen en de bodemconditie. Op bouwland speelt tevens het oogstmoment een belangrijke rol. Maïs wordt soms geoogst op een te natte en slappe bodem, wat kan leiden tot forse structuurschade (bodemverdichting).

Een probleem bij te natte percelen is eveneens de kans op afspoeling van meststoffen en resten van gewasbeschermingsmiddelen. Beide hebben een negatieve invloed op de kwaliteit van het oppervlaktewater. De BedrijfsWaterWijzer (BWW) geeft op basis van bodem en grondwatertrappen aan op welke percelen op het bedrijf droogteproblemen en wateroverlast te verwachten zijn. (Figuur 1). De meeste veehouders hebben uit eigen ervaring hier zelf al een beeld van.   

Figuur 1 Overzichtskaartjes uit de BedrijfsWaterWijzer, waarop de risico's op droogte (links) en wateroverlast (rechts) op het bedrijf Houbraken zijn weergegeven.  Groen = weinig, geel =matig, rood = veel risico.

Te droog

Droogtegevoeligheid hangt af van bodemkenmerken. Een veldpodzol met een dunne, donkere bovengrond en een diepe grondwaterstand is veel gevoeliger dan een esgrond met dezelfde diepe grondwaterstand. Zo’n esgrond, die vaak al veel langer in landbouwkundig gebruik is, heeft door eeuwenlange aanvoer van organisch materiaal een diep doorwortelbaar profiel opgebouwd. Dit vraagt een andere aanpak. 

Het is nuttig om aansluitend op basis van de bevindingen in de BedrijfsWaterWijzer een veldbodemkundige een analyse uit te laten voeren. Dat geeft extra inzicht en geeft bovendien mogelijke oorzaken van natheid en droogte weer. Kijk bijvoorbeeld naar: natte plekken op het land, werking van de drains, slootpeilen en de bodemconditie. Dit is belangrijke managementinformatie.

Managementoplossingen

Natte omstandigheden

Zorg voor laglichtere machines, bemest waar mogelijk met sleepslangen en laad opraapwagens niet te vol. Verder is de verdeling van de weidedruk een aandachtspunt.

Let ook op risico’s rondom afspoeling naar oppervlaktewater. Voorkom zo mogelijk dat neerslag te snel oppervlakkig afstroomt naar de sloot en bevorder infiltratie in de bodem. Let daarbij op het reliëf: percelen met een platte vorm zijn gunstiger dan bol liggende percelen. In de BWW zijn afspoelingskaarten opgenomen die dit aangeven.

Watermaatregelen om oppervlakkige afstromingte beperken zijn:

  • Bevorder de infiltratie door het tegengaan van bodemverdichting. Heb geduld en rijd nauwkeurig met de machines, houd de bodem bedekt, pas vruchtwisseling toe en kies voor diep wortelende gewassen.
  • Kies voor gras in plaats van maïs, zeker als de kans groot is dat de maïs laat en onder natte omstandigheden geoogst wordt.
  • Pas bemestingsvrije stroken langs sloten toe.
  • Breng greppels aan die het water opvangen in plaats van direct op de sloot afvoeren. Of leg drem- pels parallel aan vóór de sloot.
  • Zorg dat vee zich niet verzamelt nabij de sloot door drinkbakken niet direct naast de sloot te plaatsen.
  • Bewerk het perceel parallel aan de slootrichting, zodat afstroming door lichte insporing vertraagt.

Droge veldpodzolen

Op een veldpodzol is vruchtwisseling van gras en maïs vaak passend, mits nauwkeurig uitgevoerd. Watermaatregelen bij teelt van gras en maïs op veldpodzolen en andere schrale gronden:

  • Houd water vast op het perceel door het verwijderen van greppels. Verwijder of blokkeer drainage indien mogelijk. Probeer in overleg met het waterschap en omliggende bedrijven water in het voorjaar vast te houden met een verstelbare stuw in sloten. Zorg eventueel voor voorzieningen om te beregenen.
  • Permanent gras lukt hier meestal niet. Continuteelt van maïs maakt de grond nog schraler. Ontwikkel de bodem door vruchtwisseling van maïs met een grasmengsel met rode en witte klaver en eventueel zachtbladige rietzwenk. Ook andere gewassen, zoals granen (winter) of sorghum, kunnen bijdragen aan bodemverbetering.
  • Rijd op deze percelen aan het einde van het seizoen niet je laatste mest uit vanwege het risico van nitraatuitspoeling. Stop tijdig met bemesten. Ook laat in het seizoen weiden vormt een risico. Voorkom een hoog stikstofoverschot. Wees realistisch over de te behalen grasop- brengst en pas de bemesting daarop aan. Houd in geval van vruchtwisseling rekening met de ondergeploegde zode: in het eerste jaar maïs is dan geen bemesting nodig.

Droge esgronden

Op esgronden is een hogere opbrengst te verwachten en is de noodzaak van vruchtwisseling minder grooti. Er zijn goede kansen voor blijvend grasland.

  • Teeltplan: Op esgronden is de kans op slagen van blijvend grasland groter. Als blijvend grasland hier lukt, laat deze dan ongemoeid, zeker als de bewortelingsdiepte groot is. Eventueel kan doorzaaien met klaver en of kruiden overwogen worden.
  • Bemesting en beweiding: Vanwege de betere groeiomstandigheden is het logisch om hier meer mest te geven dan op grasland op veldgrond. Kies je voor doorweiden in de herfst doe het dan op deze esgronden.

Ervaring en leerpunten uit de praktijk

We zoomen in op het bedrijf van Adrian Houbraken in Bergeijk, Noord Brabant. Adrian heeft in het beekdal zowel natte als droge percelen (figuur 1).

Vruchtwisseling op de droge veldkavel

Adrian Houbraken heeft dus natte en droge percelen.De natte, liggenlangs de Keersop, een beekje (figuur 2), en de droge percelen op kavels op grotere afstand van de Keersop. Het hoogteverschil tussen beide is zo’n twee meter. Op de veldkavel, een podzol, is capillaire opstijging van water uit- gesloten door de diepe grondwaterstand enzijn de gewassen dus volledig afhankelijk van regen en beregening. Houbraken past wisselbouw toe op de droogtegevoelige percelen waarbij gras-klaver, maïs en soms aardappel elkaar afwisselen. De graslandfase duurt drie jaar, wat gunstig is tegen droogte, omdat jong gras dieper wortelt dan oud grasland. Ook klaver (wit op beweid en rood op gemaaid gras) wortelt dieper dan gras.

De watervoerende sloot richting de beek (de Keersop), die daarachter voor de drie eiken langs loopt. Het slootpeil is zo’n 30 cm beneden maai- veld en vergelijkbaar met het grondwaterpeil op het perceel.

Water vasthouden, ook op de natte percelen

Adrian Houbraken past beregening toe om droogteschade te voorkomen, maar moet rekening houden met beperkingen, afhankelijk van de grondwaterstand. Daarom vindt Adrian het belangrijk om water in het gebied vast te houden.

''Wij hebben dan ook stuwen geplaatst in de watervoerende sloten langs de natte percelen," merkt Houbraken op. '' Helaas kan dat niet op de veldkavel, omdat die percelen hoger liggen en de sloten droogvallen in het voorjaar," gaat hij verder. Ook heeft Adrian op de natte percelen afgezien van greppels of buisdrainage om de afvoer van water uit de percelen te versnellen. Bij het vlak trekken van percelen heeft hij een helling van de sloot af aangebracht.

Figuur 3: Maaisnede op de droogtegevoelige huiskavel.
Figuur 3: Maaisnede op de droogtegevoelige huiskavel.
Figuur 4 Situatieschets van de figuren 2 en 3, met in het midden het erf van bedrijf Houbraken
Figuur 4 Situatieschets van de figuren 2 en 3, met in het midden het erf van bedrijf Houbraken

Beweiden en bemesten bij droogte en natheid

Beweiden en bemesten bij droogte en natheid Adrian Houbraken gebruikt de huiskavel voor beweiden en ‘schoonmaaien’ (figuur 3). Maar als er veel regen valt, zijn deze percelen te nat om te beweiden. De koeien blijven dan op stal. “Als het te droog is en er niet voldoende gras staat, blijvende koeien ook op stal”, zegt Houbraken. Op deze manier probeert hij te voorkomen dat zijn grasmat schade oploopt. Op de natte percelen stelt Adrian zijn voorjaarbemesting soms wel uit tot half maart. “Zo probeer ik er alles aan te doen om structuurschade te voorkomen”.

Download

Meer informatie

Deze acht waterhalen zijn gemaakt in het kader van het project Koeien & Kansen in opdracht van het Ministerie van I&W. Deze waterverhalen zijn bedoeld om melkveehouders, bedrijfsadviseurs en andere betrokkenen te inspireren om praktische oplossingen toe te passen op hun bedrijven om het watermanagement te verbeteren. De komende tijd worden deze verhalen gepubliceerd op de website van Koeien & Kansen. Deze verhalen zijn namelijk gebaseerd op cases op Koeien & Kansen-bedrijven. Belangstelling voor hardcopy? Laat een bericht achter op ons contactformulier.