Nieuws

Analyseer nu de ruwvoervoorraad

Gepubliceerd op
16 november 2018

Het stalseizoen 2018/2019 is begonnen. Tijd om de balans op te maken over het afgelopen groeiseizoen. Hoeveel voer heeft u ondanks de extreme weeromstandigheden uiteindelijk gewonnen? En is dat genoeg? Zet nu op een rij hoeveel ruwvoer u heeft, wat u nodig heeft en maak op basis hiervan een plan.

Op veel bedrijven zal er in 2018 minder ruwvoer gewonnen zijn dan in 2017. Het is belangrijk om nu te onderzoeken hoeveel ruwvoer u nodig heeft voor uw huidige veestapel. Is de veestapel net zo groot als andere jaren of is het aantal dieren afgenomen, vanwege allerlei regels rondom fosfaat?

Start met het inventariseren van de hoeveelheid gewonnen ruwvoer. Naast hoeveelheid speelt kwaliteit hierin ook een rol. Bepaal op basis hiervan welk ruwvoer naar welke groep gaat. Als u dat in beeld heeft, kan bepaald worden of er nog aanvulling nodig is in de vorm van krachtvoer of ruwvoer. Laat u hierbij goed informeren door uw adviseur of zoek zelf uit wat de mogelijkheden zijn. Let daarbij goed op de N- en P-gehalten van de aangekochte voedermiddelen, zodat u weet wat u aanvoert. Zo komt u later niet voor verrassingen te staan nadat u de KringloopWijzer heeft ingevuld.

Voerefficiëntie in beeld

Afgelopen jaren hebben we de voerefficiëntie op verschillende bedrijven op verschillende momenten vastgelegd. Veehouders zijn gevraagd om een week lang te registreren wat er aan voer ingaat maar ook wat er aan restvoer overblijft. Het geeft inzicht of de juiste voeders op het juiste moment worden aangeboden. De resultaten van 2016 en 2017 staan hieronder, op de x-as de tijdstippen (periodes van 1 week) en op de y-as de gemeten voerefficiëntie:

tabel33.png

Zorg voor constante samenstelling rantsoen

Opvallend is de lagere voerefficiëntie op de meetmomenten in september en november. Eigenlijk niet heel raar want vaak zit daar de periode van overgang van weiderantsoen naar stalrantsoen. De opname en kwaliteit van vers gras nemen af. Ander ruwvoer moet die positie overnemen. Duidelijk is wel dat een constante hoge ruwvoerkwaliteit van groot belang is. Melkkoeien houden van een constante samenstelling van hun voer met weinig wisselingen. Probeer dan ook om u ruwvoervoorraden zo aan te spreken deze winter dat er sprake is van zo constant mogelijke rantsoenen.

Kijk verder eens naar wat er nodig is aan correctie binnen het rantsoen. Heeft u een extensieve bedrijfsvoering en moet er gecorrigeerd worden met raapschroot? Dan is het goed om te bedenken of u volgend jaar niet wat extra herfstbalen moet maken. Dat gras bevat ook onbestendig eiwit en scheelt aanvoer van ruwvoer en u benut meer ruwvoer van eigen land. Dat is goed voor de mineralenbenutting van de totale kringloop maar u scoort ook beter in het getal eiwit van eigen land.

Als u nu toch bezig bent kunt u ook gelijk nadenken over volgend jaar. Is het gras wat ik heb wel juist? Wil ik misschien droger gras of is natter eigenlijk beter, wil ik misschien een andere DVE/OEB verhouding, zitten er genoeg sporenelementen in het gewonnen voer? Wil ik de sporenelementen bijvoeren aan het voerhek of via een drinkbak? Bij een tekort op dit moment heeft u weinig andere keuze. U hebt wel deze winter de tijd om te bedenken of u niet via bemesting sporenelementen wil geven aan uw gewas.