Nieuws

Voorkom broei in kuilen

Gepubliceerd op
20 juni 2016

Na twee groeizame jaren op rij, ontstaat er op veel bedrijven een ruime voorraad aan eigen ruwvoer. Om dit voer allemaal te kunnen opslaan worden er in de praktijk vaak hogere kuilen aangelegd. Op korte termijn is het een goedkope oplossing, maar op lagere termijn echter niet. Door de afnemende voersnelheid van deze kuilen gaat er voer verloren door broei.

Het grote nadeel van hogere kuilen is een nog lagere voersnelheid. In Nederland ligt deze gemiddeld al te laag. Hierdoor vindt er broei plaats, zeker in de zomerperiode met warm en vochtig weer.

Op papier heeft u voer van prima kwaliteit gewonnen, maar na broei neemt de voederwaarde, voor zowel VEM als eiwitfracties, snel af. Broei levert in de praktijk vaak extra arbeid op en in sommige gevallen moet er een broeiremmer toegevoegd worden. Om de dieren toch voldoende te laten opnemen moet er extra krachtvoer en eiwit gevoerd worden om dit te compenseren.

Hierdoor stijgt de aanvoer van voer van derden en neemt ook de aanvoer aan stikstof en fosfaat toe op het bedrijf. De BEX uitkomst daalt daardoor en de gewasopbrengsten vallen dan op papier tegen.  

Maak kuilen langer

Voorkom dit toekomstige verlies en maak de kuil, indien mogelijk, langer in plaats van hoger. Dit betreft voor maiskuilen op jaarbasis 80 meter leegvoeren.

Voor graskuilen (incl. jongvee en zomerperiode) minimaal 125 meter leegvoeren. Het is dus verstandig meer beschikbaar te hebben voor tussentijdse opslag.