Nieuws

Focus op een nog betere benutting van vers gras

Gepubliceerd op
21 december 2020

Melkveehouder Tijmen van Zessen in Lexmond neemt deelt aan het project Home Made Eiwit. Samen met een groep melkveehouders in West Nederland gaat hij op zoek naar een hogere benutting van het Eiwit van Eigen Land. Ofwel: hoe kan hij op zijn bedrijf minder externe stikstof aanvoeren en de emissie van stikstof op zijn bedrijf verder beperken.

Tijmen van Zessen vindt het belangrijk om zo efficiënt mogelijk om te gaan met zijn mineralen op zijn bedrijf en in de sector.  Hij streeft er dan ook naar om zoveel mogelijk eiwit van eigen land te halen. Met een gemiddeld percentage Eiwit van Eigen Land van 83% over de afgelopen drie jaar is hij goed op weg.  “Mijn ideaal is natuurlijk 100%, maar dat gaat niet lukken. Ik blijf altijd nog een beetje kunstmest aanvoeren en eiwit aankopen in de vorm van krachtvoer’’,  merkt Van Zessen op. Toch ziet hij volop mogelijkheden om de stikstofbenutting verder te optimaliseren.

Bedrijf van Van Zessen
Aantal koeien 70 stuks
Jongvee 70 stuks
Grasland 44 ha grasland (klei op veengrond)
12 ha grasland in gebruik van buurman
Intensiteit <10.000 kg (op basis 56 ha grasland)

Radardiagram Tijmen van Zessen

Het bedrijf van Van Zessen is erg extensief en scoort goed op het percentage % Eiwit van Eigen Land. Aangezien Van Zessen beschikt over 1 melkrobot die een capaciteit kent van 70 melkkoeien is stapsgewijs groeien niet eenvoudig. Een stap naar een tweede melkrobot is dan ook groot en betekent bovendien dat hij niet meer volledig grondgebonden is. ‘’Voor mij is dat een belangrijk uitgangspunt binnen mijn bedrijfsvoering’’, merkt hij op.  

diagram.JPG

Uit de radardiagram van Van Zessen blijkt dat zijn bedrijf optimaal op % grasland en het % vers gras in het rantsoen scoort. Voor alle deelnemers aan het project is uit de KringloopWijzer van 2019 een radardiagram opgemaakt. Deze diagram geeft snel inzicht in de belangrijkste variabelen en knoppen die van invloed zijn op het % Eiwit van Eigen Land. Het % aandeel grasland op het bedrijf is een gegeven. Het melkveebedrijf ligt op veen met een bovenlaag van 40 centimeter kleigrond. Gras is het enige gewas dat hij hier goed op kantelen. De graspercelen zijn bovendien oud, aangezien hij nauwelijks graslandvernieuwing toepast. ‘’In de afgelopen dertig jaar heb ik misschien 10 hectare vernieuwd. Niet geploegd, maar alleen gefreesd.  De opname van vers gras is met 25% hoog. Een maximale score op dit punt is opvallend, aangezien Van Zessen zijn koeien melkt met een robot. ‘’De combinatie weidegang en melkrobot vergt wel de nodige inspanning’’, meent van Zessen. ‘’Afgelopen jaar deden we rond 7.00 uur in de ochtend de koeien zelf de wei in. Ze maakten dan geen gebruik van de selectiepoort. Rond elf uur waren de meeste koeien alweer richting de stal en hadden ze de vrije keuze om via de selectiepoort weer de wei in te gaan. In de middag kregen ze weer een nieuw stuk grasland aangeboden’’, legt Van Zessen uit.

Op het punt jongvee scoort hij het minst in deze radardiagram. Toch gaat hier geen actie opzetten. ‘’Het is namelijk een bewuste keuze om meer jongvee aan te houden. Je kunt het zien als een tweede tak, daarnaast beschikken we over voldoende eigen voer.’’  

Aandacht voor voerefficiëntie

De graslandopbrengsten liggen op ruim 8.100 kg droge stof per hectare. ‘’Het is geen doel op zich om deze productie per hectare te verhogen. Ik beschik namelijk over voldoende ruwvoer voor mijn dieren en gebruik daarnaast een minimale kunstmestgift’’, zegt hij. Helemaal geen kunstmest is voor deze ondernemer nog een stap te ver. In het voorjaar wil hij graag nog wat kunnen bijsturen. De krachtvoergift ligt op ruim 31 kilogram per 100 kilogram melk. Een deel van deze kilogrammen gaan naar het jongvee. ‘’Het melkvee krijgt op dit moment 10 kilogram krachtvoer en in de weideperiode slechts 6 kilogram. Ze krijgen speciaal eiwitarm krachtvoer met een RE 75 gram. Een gewone A-brok bevat vaak nog te veel eiwit in ons grasrijke rantsoen’’, zegt Van Zessen. Zijn belangrijkste managementinstrument is het ureumgetal. “Als die richting de 16 gaat dan is het tijd om wat bij te sturen en misschien wat extra eiwit te verstrekken’’. Het komende jaar wil hij zich verder richten op het beter benutten van het eigen geteelde ruwvoer, waarbij hij de focus legt op meer beweiden en nog minder eiwit in het rantsoen.