Nieuws

Veehouders leren van elkaar om eiwit beter te benutten

Gepubliceerd op
29 november 2018

“Vraag je buurman eens wat hij doet om zijn eigen voer beter te benutten, misschien leer je daar nog wel het meeste van.” Dat was een belangrijke ervaring van de deelnemers aan het project ‘Eiwit van eigen land’. Op elk bedrijf is deze zomer een verbeterplan opgesteld om meer eiwit van eigen land te benutten. Door de knelpunten en successen uit de verbeterplannen één op één met elkaar door te nemen leerden de deelnemers meer dan door de resultaten 'even in de groep te bespreken'.

De deelnemers leerden veel door aan elkaar concrete vragen te stellen over de verbeterplannen en de uitvoering ervan. De meeste punten zijn toepasbaar voor alle veehouders in Nederland. Hieronder vind je een overzicht van alle aandachtspunten.

Algemene aandachtspunten

Er kwamen twee algemene leerpunten naar voren die niet alleen voor het onderwerp ‘Eiwit van eigen land’ gelden:

  • Stel je eigen doel centraal

    Dus weet waar je heen wilt en gebruik de adviseurs om je heen om daar naar toe te werken. Belangrijk is dan ook om dit doel helder te formuleren en centraal te stellen in het contact met je erfbetreders en adviseurs.

  • Focus op je doel en durf er ook in te investeren

    Als je resultaten wilt verbeteren zullen er dingen moeten veranderen want als je alles hetzelfde blijft doen dan zullen de resultaten ook hetzelfde blijven.

Specifieke maatregelen

Meer specifieke punten gericht op het benutten van eiwit van eigen land:

  • Niet te bang zijn om in het voorjaar minder krachtvoer te voeren

    Bouw de krachtvoergift in het voorjaar af wanneer de koeien naar buiten gaan, het weidegras is dan van de hoogste kwaliteit.

  • Zet energie tegenover eiwit

    Wanneer de productie wat minder loopt grijp niet te snel naar meer eiwit in het rantsoen. Zeker in grasrijke rantsoenen is er vaker sprake van een tekort aan pensenergie om al het eiwit te kunnen benutten dan dat er daadwerkelijk een eiwit tekort is.

  • Pas je bouwplan aan op het gewenste rantsoen

    Deze tip sluit goed aan bij de vorige al is hij op niet alle bedrijven toepasbaar, maar sterk afhankelijk van je grondsoort en bodemtoestand. Maar indien mogelijk kan er door snijmais te telen, de eiwitbenutting van het gras op een hoger niveau gebracht worden. Een van de deelnemers teelt bieten om een zo passend mogelijk rantsoen met eigen voedermiddelen te kunnen samenstellen. Meer gras verbouwen is trouwens op aantal bedrijven ook een optie.

  • Zorg dat je eigen ruwvoer van zeer goede kwaliteit is

    Dit is natuurlijk heel logisch maar toch kan dit in praktijk nog vaak beter. Zo ziet een van de deelnemers duidelijk dat hij minder ruw as in zijn graskuilen heeft nu hij meer mollen vangt en zijn graskuilen dus minder verontreinigd zijn. Dit komt de opname van het gras en de benutting van zijn eigen voer en dus eiwit ten goede.

  • Stuur op de gewenste hoeveelheid en kwaliteit eiwit in je ruwvoer

    Om het eiwit van je eigen voer goed te kunnen benutten moet dit natuurlijk wel de gewenste hoeveelheid eiwit zijn en ook met een goede verhouding tussen DVE en OEB. Dit kun je bereiken door bewust te bemesten en op het juiste moment te maaien en ook door op het droge stof percentage in de kuil te sturen. Afgelopen jaar werd ook wel weer duidelijk dat het weer daar een grote stempel op kan drukken, maar dan nog zie je het effect van je eigen handelen direct terug.

Meer informatie

Visie grondgebondenheid

In het project ‘Eiwit van eigen land’ werd uiteraard ook de visie grondgebondenheid van de gelijknamige commissie besproken. Wat houdt de visie precies in en welke gevolgen heeft dit voor de deelnemers? Zoals in figuur 1 is te zien voldoen niet alle bedrijven in het project aan de gestelde norm van 65% eiwit van eigen land. Voor deze bedrijven kunnen buurtcontracten mogelijk een uitkomst bieden.

Buurtcontracten

Met buurtcontracten telt het eiwit uit ruwvoer dat aangekocht wordt binnen een straal van 20 km van het bedrijf mee voor het aandeel eiwit van eigen bedrijf, onder de voorwaarde dat minstens de helft van de totale hoeveelheid ruwvoer nog steeds op eigen grond geteeld wordt.

In figuur 1 is weergeven wat het aandeel eiwit van eigen land zou zijn wanneer de deelnemers het aangekochte ruwvoer door middel van een buurtcontract mee zouden laten tellen voor het percentage eigen eiwit. Doordat maar drie van de deelnemende bedrijven ruwvoer aankopen wordt alleen bij hen het aandeel eiwit hoger d.m.v. van buurtcontracten. Het effect van de toepassing van buurtcontracten is binnen de groep dan ook zeer beperkt.

Figuur 1: Aandeel eiwit van eigen land in 2017 met de optie buurtcontracten

Krachtvoer en bijproducten vervangen door ruwvoer

Hoewel de mogelijkheden van buurtcontracten om het aandeel eigen eiwit te verhogen beperkt lijken kan dit toch uitkomst bieden voor bedrijven. Dit betekent mogelijk wel een verandering in strategie waarbij krachtvoer en eventueel bijproducten vervangen moeten worden door ruwvoer uit de omgeving. Op deze manier kan het percentage eigen eiwit wel substantieel verhoogd worden, met name door de aankoop van gras. Zo kan de norm van 65% toch behaald worden.