Nieuws

Vet in rantsoen op De Marke werkt methaanemissie verlagend

Gepubliceerd op
19 januari 2023

Binnen de projecten Koeien & Kansen en Integraal Aanpakken werken melkveehouders aan het verlagen methaanemissie op hun bedrijf. Het Agro Innovatiecentrum De Marke is deelnemer aan beide projecten. Door meer te sturen op de kwaliteit van de geoogste voedermiddelen en de rantsoensamenstelling wordt gestuurd op een lage methaanemissie door pensfermentatie (enterische methaan). Hierbij hanteert De Marke praktische uitvoerbaarheid, behoud van diergezondheid en geen financieel nadeel als belangrijke randvoorwaarden.

In de periode 17 oktober 2022 t/m 20 november 2022 is aan het rantsoen vet pensbestendige palmolie toegevoegd. Het product wordt op de markt gebracht onder de naam MilkPower HF180.

Samenstelling product

Het bevat 3425 VEM per kg product en geen eiwit en fosfaat. De emissiefactoren voor methaan zijn: EF 0 = -11,7, EF 40 = -10,9, EF 80 = -11,2 gr per kg product. De Carbon Food Print (CFP) van het product is was in 2022 6202 gr CO2 per kg product en de prijs ten tijde van het voeren € 180,- per 100 kg. De CFP van het product was hoog, maar is in 2023 aanzienlijk verlaagd.

Aan het rantsoen van de melkgevende koeien is 200 gram per koe per dag MilkPower HF180 toegevoegd. Het product is in de voermengwagen door het rantsoen gemengd. In onderstaande figuren zijn de resultaten weer gegeven. Er is niet gekozen voor een proefopzet met een groep koeien met vet en zonder vet toevoeging omdat dat in de stal van De Marke niet uitvoerbaar is. Dit betekent dat andere factoren zoals rantsoen samenstelling, lactatieverloop en jaareffect het resultaat kunnen beïnvloeden. Het gaat hier dus niet om een proef maar om een praktijkervaring.

Figuur 1: Verloop van de berekende enterische methaanemissie (gr CH4/ kg FPCM), emissiefactor in het rantsoen (gr/kg ds) en de totale broeikasgasemissie van het rantsoen (gr CO2-eq/kg FPCM)
Figuur 1: Verloop van de berekende enterische methaanemissie (gr CH4/ kg FPCM), emissiefactor in het rantsoen (gr/kg ds) en de totale broeikasgasemissie van het rantsoen (gr CO2-eq/kg FPCM)

Wisselend rantsoen zorgt voor dalende lijn

Tijdens de periode van het vet voeren daalt de berekende enterische methaan emissie per kg meetmelk (FPCM) met 11% en daalt de emissiefactor (EF waarde) met 7%. De broeikasgasemissie van het rantsoen daalt 5%. Na de eerste week met vet in het rantsoen is er gestopt met het voeren van vers gras op stal en na de tweede week is gewisseld van graskuil. Het rantsoen is hierop aangepast door het eiwit in vers gras te vervangen door bierbostel en er is meer graskuil in het rantsoen gekomen. De graskuil heeft een hogere emissiefactor dan vers gras en bierbostel een lagere emissiefactor dan vers gras. Na toevoeging van vet aan het rantsoen is de hoeveelheid krachtvoer verminderd. Dit betekent dat de verandering die te zien is in de periode ‘vet voeren’ (figuur 1), niet puur alleen toe te schrijven is aan het vet voeren. Dat was niet de enige verandering.

Methaanmonitor rekent effect door

Het effect op de methaanemissie is ook doorgerekend met de methaanmonitor. Deze tool is binnen het project Koeien & Kansen ontwikkeld en ondersteunt de deelnemers in het nemen van beslissingen om de methaanemissie te verminderen. Tevens geeft de tool inzicht in het effect op de broeikasgasemissie van het rantsoen. Het voeren van 200 gr vet per koe per dag verlaagt in die berekening de enterische methaan met 3 gr CO2-eq per kg melk (-0,7%) en verhoogt de broeikasgasemissie met 40 gr CO2-eq per kg melk (+13%). Deze berekening laat zien dat het effect dat zichtbaar is in figuur 1 niet alleen door het voeren van vet komt.

Figuur 2: Verloop melkproductie (kg FPCM/koe/dag) en vet- en eiwitgehalte in de melk (%)
Figuur 2: Verloop melkproductie (kg FPCM/koe/dag) en vet- en eiwitgehalte in de melk (%)

Gedurende de periode van het vet voeren, stijgt de hoeveelheid geproduceerde meetmelk. Dit is het gevolg van een stijging de hoeveelheid melk en het vetgehalte, het eiwitgehalte in de melk blijft stabiel. De hogere melkproductie komt door de aanpassingen in het rantsoen en een lager lactatiestadium van de koeien door meer nieuwmelkte koeien.

Het voeren van vet kostte De Marke € 0,36 per koe per dag. Er werd in oktober € 63,39 per 100 kg melk aan melkgeld ontvangen. Door het voeren van het vet moet de melkproductie 0,57 k g per koe per dag stijgen om kostenneutraal de enterische methaanemissie te laten dalen. In de periode dat er vet is gevoerd is de melkproductie 3 kg per koe per dag gestegen. Het voeren van vet zal hieraan bijgedragen hebben, maar hoeveel is niet vast te stellen omdat er geen vergelijkend onderzoek is uitgevoerd.

Vet in rantsoen werkt methaanemissie verlagend

Uit deze praktijkervaring op De Marke mag verwacht worden dat het voeren van vet leidt tot een verlaging van de enterische methaanemissie. Dit is toe te schrijven aan de lage emissiefactor van vet. Maar daartegenover staat de hoge CFP waarde, waardoor de broeikasgasemissie eerder zal stijgen dan dalen. Als deze resultaten per kg melk worden uitgedrukt heeft de melkproductie daar ook een effect op.

De ervaring op De Marke is dat het in de praktijk anders gaat dan op papier. Verschillen in rantsoensamenstellingen en- kwaliteit zorgen ook voor verschillen in de resultaten van het voeren van vet. Door aanpassingen in het rantsoen kunnen de effecten van vet teniet worden gedaan. Reken daarom van tevoren goed door hoe je het rantsoen gaat samenstellen en bepaal dan of/ en hoe je vet gaat toevoegen. De zuivelverwerker gaat een lage broeikasgasemissie steeds meer financieel belonen en methaanemissie is hiervan een onderdeel.