
Nieuws
Bepaal het maaimoment voor de eerste en tweede snede
Het oogsten van graskuil is een cruciale stap in het graslandbeheer en de productie van hoogwaardig ruwvoer. Een goed gepland en uitgevoerd oogstproces helpt niet alleen de voedingswaarde van het gras te behouden, maar beperkt ook kringloopverliezen en draagt bij aan efficiëntie, melkproductie en duurzaamheid.
In vergelijking met 2024 blijft de grasgroei dit jaar achter. Dit heeft verschillende oorzaken, zoals weersomstandigheden en bodemtemperatuur. Ondanks de verminderde grasgroei, blijft de VEM-waarde van het gras hoog. Dit betekent dat het beschikbare gras nog steeds een hoge voedingswaarde heeft, wat positief is voor het behalen van een goed resultaat. Door gebruik te maken van maaimonitoren kun je de grasgroei en voederwaarde goed volgen en op basis hiervan van het juiste maai- en beheermoment bepalen.
Balans tussen kwaliteit en opbrengst
Bij tegenvallende grasgroei moet er vaker een afweging worden gemaakt tussen hoge voederwaarde en voldoende droge stofopbrengst. Zeker met de strengere bemestingsnormen is het dit jaar extra uitdagend om voldoende eiwit in het gras te krijgen.
Gras begint meestal vanaf eind mei tot begin juni door te schieten, afhankelijk van de grassoorten. Een late eerste snede kan leiden tot een kwalitatief mindere tweede snede. De uitdaging ligt dus niet alleen in het behalen van een goede eerste snede, maar ook in het waarborgen van de kwaliteit van de tweede snede. Dit vereist zorgvuldige planning en management van het grasland om ervoor te zorgen dat beide snedes van hoge kwaliteit blijven.
Bepaal tijdig het maaimoment
Bepaal ongeveer twee weken van tevoren wanneer je wilt maaien. Door het onvoorspelbare weer kan dit enkele dagen verschuiven, maar door het maaimoment vroegtijdig vast te stellen, houd je ruimte om bij te sturen. Zo kun je weloverwogen besluiten of je eerder of later gaat maaien en de mogelijke gevolgen daarvan inschatten.
Wacht vooral niet te lang met het maaien van de eerste snede. Te lang wachten leidt vaak tot verlies van eiwit, een stijging van NDF en een lagere VEM-waarde. Als je toch kiest voor een grotere opbrengst bij de eerste snede, zorg er dan voor dat de tweede snede eind mei of begin juni wordt geoogst. Dit helpt om de kwaliteit te behouden en stimuleert een goede hergroei voor de derde snede.
Over de KringloopWijzer
De KringloopWijzer geeft de melkveehouder inzicht in zijn milieu- en klimaatprestaties op zijn bedrijf, waardoor hij/zij nog beter kan sturen op de benutting van mineralen. De rekenregels van deze tool zijn wetenschappelijk onderbouwd en de ontwikkeling ervan wordt gefinancierd door het ministerie van LNV en ZuivelNL. Het beheer van de Centrale Database van de KringloopWijzer ligt bij ZuivelNL.