Nieuws

Focus ook in extreem jaar op benutting eiwit van eigen land

Gepubliceerd op
18 april 2019

Het jaar 2018 was bijzonder droog, dat heeft zijn weerslag gehad op de hoeveelheid gewonnen ruwvoer. Hierdoor kwam ook het aandeel eiwit van eigen land onder druk te staan. Dit blijkt uit resultaten van de deelnemers aan het netwerk 'Eiwit van eigen land'. Een belangrijk leerpunt uit dit netwerk is: Zorg ervoor dat het eiwit dat geoogst is optimaal benut wordt.

Door de droogte, wat heeft geleid tot lagere grasopbrengsten, lag het gemiddelde aandeel eiwit van eigen land in 2018 van deelnemers aan het netwerk 14% lager dan in 2017. Ten opzichte van 2016 is dat 12%. Dit betekent dat eiwit van eigen land in 2018 op 52%, in 2017 op 66% en in 2016 op 64% lag. Gemiddeld over drie jaar kwam het aandeel eiwit van eigen land uit op 61%. Deze cijfers uit dit netwerk geven aan hoe belangrijk het is om te rekenen met een meerjarig gemiddelde. Zeker wanneer dit aandeel de norm voor grondgebondenheid wordt off dat er gekozen wordt voor een berekeningswijze waarin ook de voorraadmutaties meegenomen worden.
Als we verder naar de specifieke indicatoren kijken die van invloed zijn op het percentage eiwit van eigen land zijn er geen grote verschillen waar te nemen in de groep, uitgezonderd de graslandopbrengst per hectare (zie figuur 1).

Figuur 1: Gemiddelde resultaten deelnemers Eiwit van Eigen Land 2017 en 2018
Figuur 1: Gemiddelde resultaten deelnemers Eiwit van Eigen Land 2017 en 2018

Aankoop gaat ten koste van benutting eigen voer

Dat er wel degelijk verschillen zijn is te zien als we de individuele radardiagrammen per bedrijf bekijken. Op één van de bedrijven in de groep was een opvallend resultaat te zien. Op dit bedrijf was het het aandeel eiwit van eigen land in 2018 nauwelijks lager dan in 2017. De berekende graslandopbrengst in de KringloopWijzer lag zelfs iets hoger dan in 2017. Dit is te zien in figuur 2 waarbij links de resultaten van 2017 en rechts die van 2018 te zien zijn.

De belangrijkste verklaring hiervoor lag in de aanvoer van krachtvoer en bijproducten. Deze lag 2018 een stuk lager ten opzichte van 2017. Aankoop van voer van buitenaf gaat ten koste van het benutten van het eigen voer. Op dit bedrijf is dat goed te zien. Door minder krachtvoer en bijproducten te voeren is dit bedrijf er ondanks de droogte in geslaagd om het aandeel eiwit van eigen land op peil te houden en dit terwijl de productie per koe zelfs nog toenam. Dit klinkt wellicht raar, maar is logisch omdat de berekening gaat over het benutte ruwvoer van eigen bedrijf. Als er dan minder krachtvoer en bijproducten wordt aangekocht gaat de benutting van eigen ruwvoer omhoog. Het oogsten van goed kwaliteit ruwvoer is dan natuurlijk wel essentieel.

Figuur 2: Resultaten 2017 en 2018 van een van de project deelnemers
Figuur 2: Resultaten 2017 en 2018 van een van de project deelnemers

Leerpunten vanuit 2018

De belangrijkste les die we ook na een extreem jaar als 2018 kunnen trekken is dat het belangrijk blijft scherp en kritisch te zijn op aankoop van voer van buiten het bedrijf. Koop niet meer dan noodzakelijk is en leg zeker geen voorraad aan. Doordat er op veel bedrijven de veestapel door de fosfaatrechten wat gekrompen is, is er vaak wat extra voer voor handen op een bedrijf. In de praktijk krijgen de dieren dan wat exra. Dit extra voer leidt vaak niet tot hogere producties en helemaal niet tot meer rendement. Vertaa; ke dot door naar eiwit van eigene land,dan het goed om als ondernemer het hoofd koel te houden en eerst te kijken wat je van eigen land kunt oogsten voordat je andere producten aankoopt.