Nieuws

Hagoort past verschillende technieken toe bij ecologisch slootbeheer

Gepubliceerd op
7 mei 2020

Optimaal slootbeheer zoekt de balans tussen het openhouden van sloten en het beperken van de verstoring van oevervegetatie en van het leven in de sloot. Koeien & Kansen-deelnemer Coen Hagoort in Waarder ligt met zijn bedrijf in het gebied van het waterschap HDSR en deelt zijn ervaringen met het toepassen van verschillende technieken bij ecologische slootbeheer.

Ecologisch slootschonen

Het schoon houden van sloten is belangrijk in de polder, zodat de sloten open blijven en het overtollig water door de watergangen afgevoerd kan worden. Schonen zorgt altijd voor een zekere verstoring wat van invloed is op de oevervegetatie en van het leven in de sloot. Bij ecologisch slootschonen is de uitvoering zodanig dat deze verstoring zoveel mogelijk beperkt blijft. Hierdoor is er meer kans voor de ontwikkeling van gevarieerde flora en fauna. Dit is niet alleen aantrekkelijk voor het landschap en biodiversiteit, maar draagt ook bij aan de waterkwaliteit.  

De aanpak op bedrijf Hagoort

Coen Hagoort in Waarder neemt deel aan het beheerpakket 'Ecologisch slootschonen en baggeren met baggerspuit'. Dit betekent dat sloten niet meer gefreesd worden met een slootkantenfrees, maar gemaaid worden met een speciale maaibalk, een zogenaamde Ecoreiniger. Deze maaier maait de planten net onder de waterlijn en voert deze planten met een transportbandje af uit de slootkant. Het maaisel komt vervolgens minimaal twee meter uit de kant op het land terecht. Bij het maaien kan gebruik gemaakt worden van een maaikorf. Dit is een bak met een messenbalk die ook net onder de waterlijn de begroeiing kan afknippen, maar ook de wortels van de plant kan meenemen als dat nodig is. Als de slootkant kort is en er staan weinig planten in het water kan de sloot met een gewone maaimachine uitgemaaid worden. Door het op maat inzetten van deze technieken blijft de verstoring van het slootleven beperkt, maar wordt toch voorkomen dat de sloot dichtgroeit.

Hagoort maakt meestal, op een afgeweid perceel, gebruik van een baggerspuit in de periode van half april september. ''Eind april zijn we hier mee van start gegaan", zegt Hagoort. “We proberen eens in de 2 jaar alle sloten te doen op deze manier. De wat bredere sloten komen ieder jaar wel aan de beurt. We laten de pomp dan alleen door het midden van de sloot gaan. Zo spaar je de kanten en de bagger zakt steeds naar de geul in het midden. Zo ontstaat er een soort vaargeul die zich steeds makkelijker laat schonen. De bagger spuiten we wel tot 30 meter met een zwenkende spuit over het land. Het is wel belangrijk de spuit goed af te stellen zodat de kant vrij van bagger blijft’’, merkt hij op.  

Doelen waterschap en de ondernemer

In het beheergebied van het waterschap HDSR wordt ecologische slootschonen in combinatie met baggerspuiten gestimuleerd om de biodiversiteit te bevorderen in de oever en het water. Het slootonderhoud heeft naast de nutriëntentoestand invloed op het watersysteem. Het gaat dus om een combinatie van dit beheer en terugbrengen van emissies uit de percelen die moeten leiden tot toenemende soortenrijkdom in de poldersloten. Een monitoring dichtbij Zegveld waarbij enkele sloten onder 'ecologisch slootbeheer' werden vergeleken met gangbaar beheer als referentie duidde op overtuigende resultaten. In de sloten die ecologisch zijn geschoond werden in een sloottraject van 100 meter meer dan 50 verschillende plantensoorten geteld, zoals wateraardbei, waterdrieblad, dotterbloem, gele lis en krabbescheer. In sloten zonder ecologisch beheer waren minder verschillende soorten aangetroffen. En ging het vooral  om soorten die leven in voedselrijke omgeving, zoals liesgras, kroos en grote egelskop (bron: ‘De Boeren sloot leeft’, HDSR).

Zorgvuldig omgaan met slootkant

Hagoort neemt planten waar die er altijd al waren. Dit zijn de indicatorsoorten. Verder ziet hij nog geen duidelijke toename van andere soorten. Volgens hem is niet onmogelijk dat gedetailleerde monitoring tot verrassende resultaten zou kunnen leiden. “Wat je wel ziet is dat de pitrus behoorlijk oprukt vanwege de verschraling in de kant’’, constateert Hagoort. Hij schrijft dit meer toe aan het bemestingsbeleid van de afgelopen 20 jaar dan door het ecologisch schonen en baggerspuiten. "Al twee decennia lang komt er praktisch geen mest meer in de kant. De pitrus vind ik zelf geen verrijking van soorten", voegt hij er aan toe. Hagoort vindt dat we zorgvuldig met de kanten in het veenweidegebied moeten omgaan, en niet alleen voor de vegetatie maar ook met oog op oeverafslag en bodemdaling. Het talud in tact houden en niet beschadigen is zijn devies.