Project

Why Dry?

Melkvee heeft specifiek in de vroege lactatie een verhoogd risico op gezondheidsproblemen zoals slepende melkziekte, mastitis en onvruchtbaarheid.

Deze hoge ziekte-incidentie gaat gepaard met verminderd dierwelzijn en hoog antibioticagebruik in de periode rond afkalven.

De oorzaak van deze verhoogde ziekte-incidentie in vroege lactatie kan voor een belangrijk deel worden toegeschreven aan de zogenaamde negatieve energiebalans. De negatieve energiebalans wordt veroorzaakt door een snelle stijging in melkproductie na afkalven, terwijl tegelijkertijd de koe niet in staat is voldoende energie met het voer op te nemen, waardoor een energietekort ontstaat. De veronderstelling is dat bij een verkorte, of geen, droogstand de koe een lagere melkproductie in vroege lactatie heeft, maar ook beter blijft eten in de periode rond afkalven. Hiermee zal de energiebalans in vroege lactatie verbeteren, met als gevolg dat de koe gezonder en beter vruchtbaar is.

Het doel van WHY DRY is om de droogstandslengte te evalueren vanuit het perspectief van koegezondheid. Hiertoe zijn 150 melkkoeien verdeeld over drie droogstandslengtes (0, 30 of 60 dagen droog). Deze koeien worden gedurende twee lactaties intensief gevolgd. Naast koegezondheid is er binnen WHY DRY ook aandacht voor kalvergezondheid, melkproductie, duurzaamheid en een economische evaluatie.

Uitvoerende instellingen

Wageningen Universiteit en Researchcentrum en Universiteit Utrecht

Financiers

Productschap Zuivel, Productschap Diervoeder en CRV

Producten